Ons zenuwstelsel is ingesteld op ‘overleven’.
Om te overleven zijn er heel zwart-wit twee mogelijkheden:
Het is veilig (overleven), of onveilig (niet overleven).
Wanneer onveiligheid wordt ervaren, gaat ons zenuwstelsel op de biologische automatische piloot en doet er alles
aan om ons voortbestaan te waarborgen.
En dat is maar goed ook, wanneer je bijvoorbeeld bijna door een auto wordt overreden.
Het gebeurt ook dat we ‘in werkelijkheid’ wel veilig zijn, maar dat ons zenuwstelsel
toch (hyper)alert reageert.
Dit is vaak gebaseerd op ervaringen uit het verleden, die ons een gevoel van onveiligheid bezorgd hebben
en waarin we hebben moeten overleven.
Soms echt fysiek, maar dat kan ook overleven op emotioneel of sociaal gebied geweest zijn.
Dit is voelbaar in je lijf.
Je veilig voelen is belangrijk, in veiligheid kan je tot bloei komen.
Hier kan je zelf mee oefenen.
Bijvoorbeeld door het creëren van een ‘safe space’, in je huis. Of buiten.
En ook het visualiseren van een veilige plek kan je helpen bij het ervaren van een veilig gevoel ín jou.
Een gevoel waar je naar toe kunt keren gedurende de dag op momenten dat je het nodig hebt.

